Het is even een beetje stiller geweest op Facebook en op deze blog. Ongewild.
Niet omdat ik een zomerbreak ingelast heb, of omdat ik niets meer te zeggen zou hebben, maar omdat ik ongewild een statistiek geworden ben. Voortaan ben ik ook een van die mensen die fietsend een zwaar ongeval ondergaan hebben. Afgelopen maandag ben ik, zoals dikwijls, met de fiets naar mijn klant in Brussel gegaan. Ik hoor je meteen denken: Brussel met de fiets, dat is gevaarlijk. Dat is inderdaad zo en de infrastructuur is daar niet echt op fietsers voorzien. Ze hebben dat daar ondertussen wel begrepen en ze doen er ook wel iets aan.
Het probleem deed zich echter korter bij huis voor. Op slechts enkele kilometers van thuis ben ik, om een nog onduidelijke reden, onderuit gegaan met de fiets. Ik herinner me nog een harde klop op mijn hoofd (die mijn helm gelukkig opgevangen heeft) en de pijn aan mijn volledige rechterflank.
De eerste seconden na de val had ik het heel moeilijk om te ademen. Het leek wel of mijn longen volledig dicht zaten. Ik snakte naar lucht en dit lukte niet meteen. Ik dacht echt dat ik zou stikken en de paniek was in mijn ogen zichtbaar. Ik probeerde me om te draaien op mijn rug. Ik voelde meteen veel pijn en kon de impact van de val niet goed inschatten. Ondertussen slaagde ik er toch in om te draaien en neer te zitten. Met kleine beetjes kreeg ik opnieuw een klein beetje lucht binnen. Ik hijgde terwijl mijn borstkas terug opgevuld raakte met zuurstof.
Ondertussen was een "vriendelijke mijnheer" gestopt die net uit de andere richting kwam en gezien had hoe ik tegen de grond ging: "Amaai dat was een serieuze smak. Ik zag u vallen," was zijn reactie. Hij raapte mijn fiets op en legde die in de berm om het andere verkeer niet langer te hinderen.
Ik merkte ondertussen op dat er wel iets mis was met mijn schouder. De eerste pijn leek ondertussen draagbaar en ik had niet de indruk onmiddellijk hulp nodig te hebben. Ik denk dat de adrenaline mij op dat moment nog recht hield.
Die "vriendelijke mijnheer" probeerde Elsie te bellen, maar ze was niet bereikbaar. Ik begon terug een beetje helderder te denken en slaagde erin om zelf mijn smartphone uit mijn rugzak te nemen. Na twee, drie pogingen om zelf Elsie te bellen, nam ze op en ik vertelde haar wat er was gebeurd. Elsie stond net aan de kassa van de supermarkt en kon me dus niet meteen komen halen.
Gelukkig was de "vriendelijke mijnheer" bereid mij dit laatste stukje van deze reis als passagier in zijn auto te laten vervolledigen met mijn fiets in de koffer. Ik kwam net thuis op het moment dat Elsie ook van de supermarkt kwam.
Dat was het moment dat we beiden beseften dat een bezoek aan het ziekenhuis aangewezen leek. Vooral mijn schouder leek het meest gehavend op dat moment en aangezien de vorige schouderoperaties in het UZ Gent een positief resultaat gegeven hadden, kozen we ervoor om opnieuw iets verder te rijden en meteen naar Gent af te zakken.
Onderweg werd het me wel duidelijk dat er meer aan de hand was. Ademen werd steeds moeilijker en de pijn ondraaglijker. Uiteindelijk heb ik nog even moeten wachten om geholpen te worden, maar eenmaal de ernst van mijn situatie duidelijk werd, ging het ook wel vooruit en ondertussen werd ook de eerste pijnstilling toegediend. Tijdens de onderzoeken bij de radioloog werd de pijn me even te veel en ben ik blijkbaar een het bewustzijn verloren. Opeens stonden verschillende spoedartsen en -verplegers rond mij en deze weken geen centimeter meer van mijn zijde. Ik kreeg ook rechtstreeks zuurstof toegediend want blijkbaar was mijn saturatie niet hoog genoeg en die bleef deze nog zakken.
Toen ik eindelijk terug een beetje stabiel was, werd me het verdict meegedeeld: ribben 4 t.e.m. 9 gebroken (6 stuks dus), schouderblad gebroken en mogelijks een probleem met de longen. Aangezien het niet meteen nodig leek om te opereren werden de onderzoeken rond middernacht onderbroken en werd ik in de spoedafdeling verder van nabij opgevolgd.
De volgende ochtend werden nog scans en RX-foto's genomen alvorens ik op een kamer terecht kwam. Mijn habitat voor een viertal dagen. Ik moest dus enkele dagen ter observatie in het ziekenhuis blijven om er zeker van te zijn dat de pijn voldoende onder controle was en dat ik voldoende diep kon ademen, anders had ik nog het risico op een longontsteking. De gevreesde klaplong bleek "slechts" gekneusde longen te zijn.
Vandaag zijn we nu net een week later. De pijn wordt niet langer intraveneus bestreden, maar via een cocktail van 12 pillen die ik de klok rond moet innemen.
Mijn maatstaf om te oordelen of een situatie fiets-veilig is, is door de vraag te stellen: "Durf ik hier een kind van 8 jaar alleen te laten fietsen?" De plek waar ik gevallen ben en de weg verderop naar huis geeft hierop geen positief antwoord. Hier is dus nog serieus werk aan de winkel en ik zal blijven ijveren voor een fiets-veilige omgeving. Het feit dat ik uiteindelijk zelf slachtoffer ben van zo'n situatie doet uiteindelijk niet ter zake. Fiets-veiligheid, en bij uitbreiding alle vormen van zich veilig verplaatsen of verkeersveiligheid, zijn absolute prioriteit waar ik me voor blijf inzetten. To be continued dus …
En ondertussen lik ik mijn wonden, laat ik de botten genezen en probeer ik niet te uitbundig te zijn tijdens de match van de Rode Duivels vanavond.